Ik hou er wel van om verhalen op te breken. Stijlwisselingen en onderwerpveranderingen houden de lezer alert. Zelfs al is het maar voor heel eventjes. Je stelt jezelf de vraag: Waar gaat dit verhaal nu weer naartoe? Daarom begin ik dit hoofdstuk met een krantenartikel. Daarom begin ik vlak daarna met een verhandeling over rotzooi van toeristen. Allemaal met een doel, maar toch net even anders.
Dit hoofdstuk was eerst eigenlijk wat anders. In plaats van direct naar het ziekenhuis te gaan, gaat Jack in eerste instantie naar een supermarkt waar hij met veel moeite een wenskaart probeert uit te zoeken uit de wanstaltige collectie. Maar dan weet hij niet wat hij er op moet schrijven. Ik wil die kaart nog wel terug laten komen, maar in een iets later stadium. Daarom heb ik de hele passage geschrapt om de vaart in het verhaal te houden.
De gevoelens van Jack slaan op hem in met een denkbeeldige moker. Hij krijgt een besef van de betekenis van waar hij heen gaat en weet niet meer of hij zich moet verzetten of overgeven. Misschien komt de passage met de handen over als 'chicklit' maar ik vrees dat ik daar niet aan ga ontkomen. Ik wil romantische gevoelens van een man ook niet als zodanig bestempeld zien. Want gevoel is van iedereen; of je nu een man of een vrouw bent en ik weiger te geloven dat een stoere man nooit eens huilt. Als dat echt niet zo is... dan heb ik medelijden met die man.
Als lezer weet je nog steeds niet precies waar Jack zo bang voor is. Dat komt in hoofdstuk 6 met (jawel) weer een nieuw element. Een passage uit de fictieve roman die Jack schrijft maar waar hij zijn eigen gevoel in legt. (Goh, dat komt me ergens wel bekend voor.)
zondag 21 maart 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten