Dit schrijverslog is een onderdeel van het project: Jack's Laatste
Droom
en moet gezien worden als ondersteuning en aanvulling
op het materiaal dat daar te lezen is.


woensdag 24 maart 2010

Over de betekenis van schrijven

Toen ik nog een kleine Gerben was, lag ik wel eens in bed, starend in het donker, en fantaseerde dat ik de enige mens op aarde was. De rest van de wereldbevolking bestond stiekem uit robots. Ze oogden menselijk, ze deden menselijk, maar ze waren het niet. Dat zou zoveel verklaren.
Ik denk dat daar het fantaseren echt begonnen is. De robothypothese verdween uit mijn hoofd (zelfs al zou dat op latere leeftijd nog veel meer verklaard hebben over sommige mensen om mij heen), maar er kwam van alles voor in de plaats.
Ik ben een schrijver. Dat kan ik makkelijk zeggen. Iedereen die wel eens een boodschappenbriefje heeft gemaakt, mag zich zo noemen (boodschappenbriefjes maak ik zelf eigenlijk niet, met als gevolg dat ik de helft vergeet te kopen en me voorneem om de volgende keer toch echt een briefje te maken, maar dat uiteindelijk ook dan niet doe). Toen ik zeven was, schreef ik mijn eerste verhaal in een kleine groene ringband. Terwijl de jaren verstreken, groeide het aantal sprookjes in deze map. Allemaal originele verhalen; alleen ontzettend slecht geschreven. Maar dat vond ik toen niet. Ik dacht dat het precies was wat mijn leeftijdsgenootjes zouden willen lezen; totaal ongehinderd door enige vorm van zelfkritiek.
Het groene mapje ben ik kwijt. Theoretisch zou het ding nog ergens bij mijn ouders op zolder moeten liggen. Ik heb gezocht, maar nooit meer gevonden. Ook niet toen ik het idee opvatte om de verhaalideeën te gebruiken en er een echt sprookjesboek van te maken. Dus ik koos voor een ander idee en noemde dat mijn debuutroman. Al was dat het eigenlijk niet meer. Het heeft lang geduurd voordat ik mijn eerste boek maakte. Ik had daarvoor eigenlijk weinig geschreven. Wel vaak geprobeerd, maar het werd nooit wat. Tijdens een gesprek met twee vriendinnen, verzekerden ze mij ervan dat ik het gewoon moest doen. Niet over nadenken. Dat komt later.
Nadat ik een verhaal twee maanden in mijn hoofd had laten rijpen en rondklotsen als een soort dure wijn, zette ik de eerste letters op papier. Ik schreef door en het bleek dit keer te lukken. Wederom niet gehinderd door enige zelfkritiek, besloot ik de stap naar de uitgever over te slaan en er gewoon zelf wat geld in te pompen. Ik liet een flinke stapel boeken drukken, waarvan er inmiddels de helft over de wereld verspreid zijn. Niet heel veel verkocht hoor. De meeste zijn weggeven aan een goed doel.
Maar het was een leuke ervaring. En daar ging het om. Het maken van een verhaal en jezelf laten leiden door woorden die uit het niets op papier lijken te komen... het is een magisch gevoel. Een gevoel waar ik helaas te weinig tijd voor heb. Want van mijn schrijverij gaat de kachel niet roken (niet dat ik een kachel heb trouwens).
Hoewel ik het leuk vind om gelezen te worden, schrijf ik zeker ook voor mezelf. Ik reis af naar een plek waar ik in een droomwereld kan leven zonder daarover verantwoording te hoeven afleggen. Een plek waar ik weer een kind kan zijn. Kleine Gerben. Voor eventjes dan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten