Één van de moeilijkste dingen in dit verhaal is de afwisseling tussen tekst en dialoog. In sommige hoofdstukken wordt helemaal niet gesproken (ik heb het dan uiteraard niet over de monologue interieur) en in andere wordt een stortvloed van woorden geuit. Ik moet daar nog iets meer evenwicht in zien te vinden. Hier en daar heb ik het geprobeerd door te vertellen waarover ze praten in plaats van het daadwerkelijk gezegd te laten zijn.
Dialogen schrijven is toch al best moeilijk. Want tussen zeggen en schrijven zit een vaag gebied. Je kunt niet altijd alles schrijven zoals je het zou zeggen (want dat is soms erg lelijk) maar je moet ook opletten dat je niet aan het spreken bent in typische schrijftaal (want dan gelooft niemand het meer). Er zijn niet veel dialogen in dit verhaal waar ik heel erg tevreden over ben. Voorlopig laat ik ze even zo. Ze dienen de loop van het verhaal, maar ze mogen nog best iets kleurrijker. Iets spannender. Later maar eens aan sleutelen.
Op het moment lees ik een boek waarin eigenlijk helemaal geen gesproken dialoog voorkomt. Tenminste, de tekentjes ontbreken. Dus in plaats van: 'Ik ben compleet gestoord,' zei Gerben, staat er Ik ben compleet gestoord, zei Gerben. Op het eerste gezicht lijkt het niets uit te maken, het weglaten van die twee vliegende kriebeltjes rond de gesproken tekst. Maar als je er een heel boek vol mee leest dan ga je merken dat je het toch anders ervaart. Het is niet zozeer een afstandelijkheid, maar meer het vaststaande gegeven. Het wordt niet uitgesproken, het is al uitgesproken. Dat maakt het definitief; alsof je leest in een allang vervlogen moment. Tegenwoordige of verleden tijd heeft er dan totaal geen vat meer op. Best bijzonder om te merken, zelfs in een boek dat me verder niet extreem kan boeien (dus een titel ga ik hier niet noemen).
Wat David Sedaris, die in een hoofdstuk even genoemd wordt, doet is ook vertellen. Hij laat je er juist heel dicht bij zijn, terwijl hij zichzelf en zijn familie onder de loep neemt. In anekdotes waarin niemand wordt gespaard. David loopt de hele dag met een notitieboekje rond en schrijft alles op wat hem op dat moment bezighoudt. Ik doe dat ook, maar dan in mijn hoofd. En daarna vertaal ik het naar papier, waar het eerst nog een beetje vervormd en bewerkt wordt. Dat laatste gebeurt ook heus wel bij Sedaris hoor, maar hij wordt toch gedwongen om nog dichter bij zichzelf te blijven. Vandaar ook de flinke portie humor om de boel even goed te relativeren.
dinsdag 6 april 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten